Voornaam
Het kiezen van een voornaam bij de geboorte van een kindje is vrij. Die vrijheid is echter niet onbeperkt. De gekozen voornaam mag niet schadelijk zijn voor derden of het kind en mag geen aanleiding geven tot verwarring.
De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft de beoordelingsbevoegdheid en moet in het belang van het kind handelen. Daarom zal hij de volgende voornamen weigeren:
- absurde, aanstootgevende of belachelijke voornamen
- bestaande familienamen die geen gangbare voornamen zijn
- een overdreven aantal voornamen (maximum 5)
- een voornaam die niet met het geslacht van het kind overeenkomt: aan een meisje mag geen jongensnaam en aan een jongen geen meisjesnaam gegeven worden
- een voornaam bestaande uit 1 letter of uit een opeenvolging van medeklinkers
- allerlei verkleiningen, verkortingen en troetelnamen
Kiezen de aanstaande ouders een voornaam die voor beide geslachten kan worden gebruikt, dan kan de ambtenaar van de burgerlijke stand eisen dat een tweede voornaam wordt toegekend waaruit duidelijk het geslacht van het kind blijkt.
Deze wet is enkel van toepassing op kinderen van Belgische nationaliteit.
Familienaam
Voor het eerste gemeenschappelijk kind kunnen de ouders voortaan de familienaam kiezen uit:
- de naam van moeder
- de naam van vader of meemoeder
- een naam samengesteld uit hun twee namen (dus een dubbele naam) in de door de ouders gekozen volgorde.
Indien je geen keuze maakt, krijgt het kind de familienaam van de vader of de meemoeder. De naam van het eerste gemeenschappelijke kind geldt ook voor alle volgende kinderen.